blauwe piel
(1988) (scheldw.) iemand van Indonesische afkomst. • Tegen een neger: droplul, tegen indo's (er zijn veel mensen van Indonesische afkomst bij de K. M.): blauwe piel, slendangkikker, rijstepikker, sambalvreter. (Onze Taal, september 1988) • De meest gewilde mariniers waren trouwens de kleurlingen van de compagnie. De “...