piel
1) (19e eeuw) (inf.) mannelijk lid. Eigenlijk een gewestelijk woord voor pijl (tevens roepnaam voor een eend). Een variant is pieleman*. Zie ook: pielemuis*. 'Zijn piel parkeren' of 'pielen': neuken. Zie ook nog: de piel zijn. • piel, (gemeenz.) penis, mannelijke roede. (Van Dale. 1898) • Ten slotte vinden wij in eenige verdwaalde d...