Wat is de betekenis van bestellen?

(19e eeuw) (< mastellen) (Amsterdam) harde, ronde broodjes. • En zoo zouden de „Snethlaagjes”, langwerpige, zeer dunne beschuitjes, gebakken met suiker en anijszaad, hun naam ontleenen aan zekeren Snethlage. Ouder zijn de Amsterdamsche „bestellen”, beschreven als tamelijk harde, ronde broodjes, ter grootte van kadetj...

bestellen - Werkwoord 1. (ov) afspreken dat goederen of diensten geleverd zullen worden ♢ Kan ik twee pizza's bestellen? 2. (ov) bespreken, reserveren ♢ Ik wil twee kaartjes voor de voorstelling bestellen. 3. (ov) aan huis bezorgen (leveren) ...

bestellen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-stel-len 1. opdracht geven om iets te brengen ♢ hij bestelde een kop koffie Algemene uitdrukkingen: 1. de post bestellen [aan huis bezorgen]...

- een klant bestellen, een klant bedienen.

In de standaardt. veroud. in de verb. men bestelt ten huize, alles wordt thuis bezorgd. Afl.: bestelling, bezorging (van goederen); hierbij: thuisbestelling (Gratis thuisbestelling. Alles wordt op maat gezaagd en geschaafd, Gent 19/8/1976, p. 5. Westkust 26/8/1976, p. 1).

s., bistelle.

bestellen; ontbieden; in orde brengen; benoemen; den Acker bestellen, de akker bewerken; das Essen bestellen, het eten gereed maken; Grüße bestellen, groeten overbrengen; sein Haus bestellen, alles regelen voor het sterven; eine Hochzeit bestellen, een bruiloft in orde maken; Plätze bestellen, plaatsen bespreken; ein reich bestellte...

...

(bestelde, heeft besteld), 1. (gew.) het vee bestellen, van voeder voorzien; 2. iets regelen, de nodige beschikkingen treffen: een begrafenis bestellen; 3. thuis, bij de klant bezorgen: de kaas is door de loper al besteld; de schipper kan niet alles tegelijk bestellen; — brieven, telegrammen bestellen, bij de geadresseer...