bestellen - Werkwoord
1. (ov) afspreken dat goederen of diensten geleverd zullen worden
♢ Kan ik twee pizza's bestellen?
2. (ov) bespreken, reserveren
♢ Ik wil twee kaartjes voor de voorstelling bestellen.
3. (ov) aan huis bezorgen (leveren)
♢ De man had als taak alle goederen te bestellen met zijn bakfiets.
4. ter aarde bestellen: begraven
♢ De ter aarde bestelling is vanmiddag om 3 uur.
bestellen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bestel
Woordherkomst
afgeleid van stellen met het voorvoegsel be-.
Zie ook
bestallen
Gepubliceerd op 10-11-2017
bestellen
betekenis & definitie