Wat is de betekenis van berokkenen?

2024-04-26
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

berokkenen

veroorzaken uitspraak [buh-rok-kuh-nuhn] citaat “De aanslagen in Parijs, Zaventem en Brussel hebben de Belgische economie 2,4 miljard euro aan schade berokkend. Dat schrijft De Tijd op basis van cijfers van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).” Bron: woordfeit Berokkenen is afgeleid van het Middelnederlandse werkwoord rock...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

berokkenen

berokkenen - Werkwoord 1. (ov) de oorzaak zijn van iets, iemand iets aandoen Een atoombom kan erg veel schade berokkenen. Woordherkomst afgeleid van het Middelnederlandse rokken met het voorvoegsel be- Synoniemen veroorzaken, aandoen, bezorgen

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

berokkenen

berokkenen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-rok-ke-nen 1. de oorzaak zijn van de dingen die volgen ♢ dat moeilijke kind heeft zijn ouders veel verdriet berokkend Regelmatig werkwoord: be-rok-ke-nen ik berokken...

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Berokkenen

Het woord rok duidt een kledingstuk voor mannen èn voor vrouwen aan en betekent eigenlijk: weefsel. Daarvan is het woord rokken afgeleid dat wij in de samenstelling spinrokken nog kennen. Een spinrokken is een weefgetouw. Be-rokkenen is dus: op touw zetten, beramen, veroorzaken, teweegbrengen. Vondel zegt dat Lucifer een burgerkrijg in de he...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Berokkenen

v., bireare, biriere, tabringe, oandwaen.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Berokkenen

(berokkende, heeft berokkend), iets kwaads teweegbrengen, veroorzaken: iem. schade, leed berokkenen; — op de hals halen: zich veel leed, smart, schande, verdriet berokkenen.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

berokkenen

berokkende, h. berokkend (teweegbrengen, veroorzaken, altijd van iets kwaads): iem. veel moeite berokkenen, leed, schade berokkenen.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

berokkenen

(bə'rokkənən) (berokkende, heeft berokkend) [oorspr. de wol of het vlas om het rokken opwinden] veroorzaken, alleen in ongunstige zin: iemand leed, smart, schaamte -. Syn. →: aanrichten.