In het woord ‘berokkenen’ leeft voort het oude ‘rokken’ (men denke aan: spinrokken), d.i.: de spil of stok, waar om het vlas of de wol gewonden wordt. Vgl. Vondels Gijsbrecht van Aemstel (vs. 274): Wa... Lees meer
Het ww. ‘berokkenen’ heeft hier blijkbaar een ongunstige betekenis. Het grondwoord: rok, rokken, is nog te vinden binnen de kring van onze taal: ‘Si en conste ghenen roe spinnen’ (Beatrys, 417); ‘Scha... Lees meer