Wat is de betekenis van beelden?

beelden - Werkwoord 1. (verouderd) beelden - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beeld

Algemene term voor een driedimensionaal beeldhouwwerk, echter meestal gebruikt voor een gestalte van een godheid, heilige, mens of dier. Een beeld staat niet zelden op een sokkel of console. (Religieus Erfgoedthesaurus)

Dat het moeite kost om een beeld te maken, zit in het woord ‘beeldhouwer’ inbegrepen. Die moest eeuwenlang met hamer en beitel een blok steen te lijf. Dat ook televisiebeelden inspanning vergen, is slechts zo nu en dan te zien als bijvoorbeeld in het gedrang rond een politicus een cameraman in beeld komt. Die is altijd anders gekleed da...

zie Monumenten.

v., byldzje, bieldzje.

beeldde, h. gebeeld (in beeld brengen inz. als onvolt. dw. voorkomende): het beeldend vermogen van een woordkunstenaar, om iets plastisch voor te stellen, te beschrijven.

('be:ldən) (beeldde, heeft gebeeld) in beeld brengen : het -d vermogen van een kunstenaar; -de kunstenaars.

BEELDEN, (beeldde, heeft gebeeld), vormen, maken; — de beeldende kunsten, kunsten die door ‘t oog op het schoonheidsgevoel werken, (de teeken-,graveer-, schilder-, beeldhouwkunst enz.); — het beeldend vermogen van een schrijver, plastisch vermogen, om juiste, levendige beschrijvingen te kunnen geven; (w. g.) een beeld, een indruk...

Beelden gebruikt men in den schrijfstijl, vooral in de dichtkunst, om eene voorstel­ling duidelijk, treffend of sierlijk te maken, — in het algemeen om haren indruk te verhoogen. Eigenlijk is elke voorstelling der gedachte in woorden reeds een beeld, maar men kan zoodanig beeld weder met een an­der vergelijken en de overeenkomstige trek­ken...