Wat is de betekenis van bacon?

2024-04-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

bacon

(zelfstandig naamwoord) [alg.] spekvlees - Gerookt spekvlees, lekker met een gebakken eitje.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bacon

bacon - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-ken 1. heel mager gerookt spek ♢ de Engelsen eten 's morgens bacon met ei Zelfstandig naamwoord: be-ken de bacon

2024-04-27
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

bacon

Ander woord voor ‘mager spek’. (zie ook: spek)

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bacon

licht gerookt en gezouten spek

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bacon

gezouten rookspek met vlees er aan.

2024-04-27
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

BACON

Roger (1215-1294), Franciscaan, voelde zich in tegenstelling tot de meeste scholastieken vooral aangetrokken tot de profane wetenschappen en was zich de waarde van het experiment bij de natuurwetenschappen sterk bewust. Zelf experimenteerde hij op het gebied van de optiek en voorzag reeds stoomboten, onderzeeërs en vliegtuigen. Zijn wijsbegeer...

2024-04-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Bacon

is varkensvlees, dat op een bepaalde manier afgesneden, gezouten en gerookt is. Gezouten, doch niet gerookte b., z.g. greenbacon, wordt voorn, naar Eng. geëxporteerd. Voor consumptie wordt de b. aldaar gerookt. Eng. heeft in 1926 een invoerverbod op vers vlees afgekondigd naar aanleiding van een geval van mond- en klauwzeer. Ned. heeft zich to...

2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Bacon

1 (gerookt) spek; 2 hachje.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bacon

(Eng.), o., licht gezouten en gerookt spek met vlees er aan.