bacon
(zelfstandig naamwoord) [alg.] spekvlees - Gerookt spekvlees, lekker met een gebakken eitje.
Word vandaag nog lid van Ensie
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] spekvlees - Gerookt spekvlees, lekker met een gebakken eitje.
Muiswerk Educatief (2017)
bacon - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-ken 1. heel mager gerookt spek ♢ de Engelsen eten 's morgens bacon met ei Zelfstandig naamwoord: be-ken de bacon
Peter Joh. M. Zuidweg (2016)
Ander woord voor ‘mager spek’. (zie ook: spek)
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
gezouten rookspek met vlees er aan.
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
Roger (1215-1294), Franciscaan, voelde zich in tegenstelling tot de meeste scholastieken vooral aangetrokken tot de profane wetenschappen en was zich de waarde van het experiment bij de natuurwetenschappen sterk bewust. Zelf experimenteerde hij op het gebied van de optiek en voorzag reeds stoomboten, onderzeeërs en vliegtuigen. Zijn wijsbegeer...
Veerman (1954)
is varkensvlees, dat op een bepaalde manier afgesneden, gezouten en gerookt is. Gezouten, doch niet gerookte b., z.g. greenbacon, wordt voorn, naar Eng. geëxporteerd. Voor consumptie wordt de b. aldaar gerookt. Eng. heeft in 1926 een invoerverbod op vers vlees afgekondigd naar aanleiding van een geval van mond- en klauwzeer. Ned. heeft zich to...
Van Dale Uitgevers (1950)
(Eng.), o., licht gezouten en gerookt spek met vlees er aan.
Jacon Kramers Jz (1948)
(bee ken) (Eng.) lichtgezouten en gerookt spek.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is mager, gezouten en lichtgerookt spek (z varken). Het is een belangrijk exportartikel van Nederland en o.a. Denemarken. Vooral Engeland vraagt dit product.De normale Nederlandse productie bedroeg sedert 1926 ongeveer 50 mill. kg per jaar, welke hoeveelheid geheel werd uitgevoerd naar Engeland. In 1931 er .932 daalde de export onder invloed der we...
dr. ir. P. Schoorl (1938)
Bacon is de Engelsche naam voor doorregen spek, ook hier te lande langzamerhand in gebruik gekomen. Zie Spek.
M. J. Koenen's (1937)
o. (Eng. spek): handel in bacon.
S. van Praag (1937)
(Eng.), snel en licht gezouten varkens.
John Kooy (1933)
1) Roger, Eng. Franciscaan, natuurk. (1214/'94), belangr. ontdekker, beschouwde de ervaring, het experiment e/d mathematica als de zuilen der wetenschap; 2) Francis B., baron v. Verulam, Eng. staatsman en wijsg. (1561/1626), Lordkanselier, grondl. v/h → empirisme, verloor in 1621 alle waardigheden en kwam i/d gevangenis wegens omkooperij.
Jozef Verschueren (1930)
('bejkən) o. [Mned. bagge, big] mager, gezouten en licht gerookt spek. baconexport ('bejkən) m.
P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)
Francis Bacon, burggraaf en baron van Verulam (1561—1626), was een bekend Engels wijsgeer. Hij wijdde zich aan de rechtspraak en werd onder de regering van Jacobus I Lord-kanselier; in 1621 werd hij Viscount van St. Albans. Korten tijd daarna verloor hij, daar hij veroordeeld werd wegens omkoperij en misbruik van het staatszegel, al zijn ambt...
F.W. Grosheide (1926)
I. Roger Bacon, geboren 1214 in de omgeving van Ehester in Sommersetshire. in zijn jeugd stond hij onder den invloed van den bisschop van Lincoln, Robert Groszheard. Hij studeerde in Oxford. In Parijs trad hij in de orde der Franciscanen. Het groot vermogen, dat hij bezat, besteedde hij voor een deel aan natuurkundige onderzoekingen en voor een an...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Eng. back, rug], o., licht gezouten en gerookt varkensvlees, afkomstig van op bacongewicht (ca. 95 kg) geslachte dieren. De meeste bacon werd voor de Tweede Wereldoorlog in Nederland geproduceerd voor de export naar Engeland. Deze export is thans van kleine omvang. Bacon wordt nog slechts in enkele vleeswarenfabrieken gemaakt, hoofdzakelijk voor b...
J. Kramer (1908)
Stad, Philippijnen, eil. Luzon; 14000 inwoners.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.