babbel
(19e eeuw) (Vlaanderen, inf.) mond. 'Zijn babbel staat nooit stil'. • Je babbel slaat te hoog, kromme straatzanger. (De Vlaamse gids. 1957) • zwijgen als een mof, zijn mond houden, zijn babbel houden, zijn snater houden, zijn snoet houden, zijn snuit houden, ... (Ludovicus Brouwers: Het juiste woord. 1965) • Hou je...