Wat is de betekenis van babbelaar?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

babbelaar

1) (2009) (politie) iemand die met een vlotte babbel of smoes de bewoner van een huis besteelt. Kijk ook onder babbeltruc*. • 'Babbelaars' bestelen tientallen bejaarden. (De Stentor/Sallands Dagblad, 29/09/2009) • Babbelaar troggelt ouderen geld af. (Dagblad van het Noorden, 13/10/2009) • De politie heeft in Vlaardingen en...

2024-04-25
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Babbelaar

Geul in het Lauwersmeer tussen de voormalige zandplaten Blikplaat en Hoge Zuidwal; komt uit in de Slenk. In het Z. vertakt zij zich in Middelgat en Rechteind ter weerszijden van de Kollumerwaard.

2024-04-25
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

BABBELAAR

Geul in de Lauwerszee tussen de zandplaten Blikplaat en Hoge Zuidwal, uitkomend in de Slenk.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Babbelaar

s., praetsjemakker, snaphâns, snaploarte, rabbelbek, teuter, blaeijer, blaeibek.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Babbelaar

m. (-s), 1. iem. die veel babbelt (in ongunstige zin): een onderwijzer heeft veel last van de babbelaars ; (ook) die man is een gezellige babbelaar, keuvelt aardig; 2. balletje van suiker of stroop, ook kussentje, spekje, steek, kokinje (Zuidn. babbelut) geheten.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

babbelaar

m. babbelaars (babbel 1; stroopballetje).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

babbelaar

('babbəla:r) m. (-s; -tje) 1. [→ babbelen 1] suiker-, stroopballetje. 2. [→ babbelen 2] hij die veel babbelt. Syn. kakelaar, prater. Tgst. zwijger, babbelaarster ('babbəla:rstər) v. (-s).

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Babbelaar

m. (-s), 1. iemand die veel babbelt: een onderwijzer heeft veel last van de babbelaars; gezellige Babbelaar, iemand die aardig keuvelt; 2. balletje van suiker of stroop, b.v. Zeeuwse babbelaars.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)