baanderheer
...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...heren), (oudt.) edele die het recht had zijn welgeboren mannen onder zijn banier ten strijde te voeren (in Vlaanderen en Brabant ook baanrots).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[verbastering van Du. Bannerherr] (gesch.) edelman met het recht een eigen banier te voeren in de oorlog; thans: verder verbasterd tot banjer(heer) = opschepper, losbandige pretmaker (zie ook: banjer).
Liek Mulder (1994)
Baanderheer (banerhere, signifer, in Vlaanderen en Brabant ook baanrots), in de Middeleeuwen de naam van de ridder die het recht had een zeker aantal manschappen onder eigen banier ten strijde te voeren. Enkele machtige baanderheren waren de heren van Batenburg in Gelre en de heren van Bergh en Bronkhorst in Zutphen. Onder → Karel V en → Filips II...
H.W.J. Volmuller (1981)
(bannerheer, signifer, in Vlaanderen en Brabant ook baanrots). in de Middeleeuwen de titel van de persoon die de banier droeg; ridder, die het recht had een zeker aantal manschappen onder eigen banier ten strijde te voeren. In Gelre waren baanderheren die van Batenburg. Buren, Kuilenburg en van de Lek; in het graafschap Zutphen waren het die van Ba...
M. J. Koenen's (1937)
m. baanderheren (eig. banierheer, Fr. baron: edelman die het recht had onder eigen banier zijn mannen aan te voeren).
Dr. L.M. Metz (1937)
Vrijheer. Tot aan de 15de eeuw had men in onze gewesten een groot aantal kleine leenmannen, die weinig in macht verschilden. Deze bevochten elkaar en sommigen breidden hun macht uit ten koste van de anderen en zoo ontstonden grootere leenen, welke erfelijk werden. De vorst gaf aan die heeren den titel van graaf of hertog. Deze zetten onderling den...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: