Wat is de betekenis van Baai, weefsel?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Baai, weefsel

o. en m. (-en, voor soorten), 1. dik en grof wollen weefsel, op molton gelijkend flanel meestal donkerrood, ook wel bruin, geel of blauw van kleur, waarvan onderkleren, vrouwenrokken, hemden voor zeelieden en boeren worden gemaakt; 2. kleren van de genoemde stof: baai dragen; hij zit helemaal in ’t baai.