Wat is de betekenis van Architectuur?

2023-06-09
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Architectuur

Architectuur gaat om de kunst en wetenschap achter gebouwde objecten als gebouwen, landschappen, meubelen en interieurs. Iemand die werkt in de architectuur heet een architect. Architectuur kan ook omschreven worden als bouwkunst, maar dat klinkt meer als een technisch bouwproces, terwijl architectuur vooral gaat om ontwerpen. Architectuur draait v...

Lees verder

Direct toegang tot alle 20 resultaten over Architectuur?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

architectuur

architectuur - Zelfstandignaamwoord 1. (kunst), de bouwstijl van een gebouw, bouwstijl De architectuur geeft doorgaans de opvatting van de architect weer. 2. (bouwkunde), (wetenschap), (techniek), de kunst en de leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken, bouwkunst ...

Lees verder
2023-06-09
Vastgoedmanagement

Willem G. Keeris (2018-2019)

Architectuur

Architectuur is de algemeen gehanteerde benaming voor het moeilijk te vatten verschijnsel, dat aan bouwwerken en de afwerking en inrichting daarvan verbonden is door de vormgeving en uitvoering ervan, waarbij met name dat begrip gehanteerd wordt bij de meer kunstzinnige creaties, al dan niet de tijdgeest reflecterend en bij cultuur beschouwi...

Lees verder
2023-06-09
Historische collectie Nederland begrippenlijst

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

architectuur

Bouwkunst, kunst van het scheppen van (zie) ruimtevormen en het omvatten en overdekken hiervan, kortom de gehele ontwikkeling en vormgeving van de inwendige ruimten en de omhulling ervan. M.n. geldt dit de plattegronden, de wanden met hun geleding en verdeling van open en gesloten delen, zolderingen, gewelven, plafonds, kappen en daken en de verwez...

Lees verder
2023-06-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

architectuur

architectuur - zelfstandig naamwoord uitspraak: ar-chi-tec-tuur 1. de kunst om gebouwen te ontwerpen ♢ in Rotterdam zie je veel moderne architectuur Zelfstandig naamwoord: ar-chi-tec-tuur de architectuur ...

Lees verder
2023-06-09
Begrippenlijst Ziender Ogen Kunst

F. Remmers, H. Engbersen (2006)

Architectuur

De naam voor alles wat gebouwd is, ook wel: bouwkunst.

2023-06-09
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

architectuur

Architectuur is een: 1) bouwkunst; 2) verzamelnaam voor alles wat gebouwd is of ruimtelijk geordend is, dus ook een stadsplanning, tuin- en landschapsarchitectuur, binnenhuisarchitectuur.

2023-06-09
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Architectuur

(architektuur) bouwkunst; bouwstijl

2023-06-09
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Architectuur

Bouwstijl, →bouwkunst, de kunst en de leer van het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken. Zie ook: →Bouwen in de Zaanstreek en →bouwkunde. Voor de 17e- en 18e-eeuwse houtbouw in de Zaanstreek geldt dat deze, ondanks allerlei verschillen, zoveel overeenkomsten vertoont dat van een Zaanse bouwstijl kan worden gesproken. Deze specifieke...

Lees verder
2023-06-09
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

architectuur

in automatisering: de structuur en de onderlinge verhoudingen tussen de onderdelen bij de bouw van een computersysteem.

2023-06-09
Archeologische Encyclopedie

H. Arends (1962)

Architectuur

Z. ook graf; huizen en steden; paleis; tempel. In Mesop. was het bouwmateriaal bij uitnemendheid leem, vooral in het Z. waar natuursteen geheel ontbreekt. In de vroegste fase kon men riet met leem bepleisteren of de muurvlakken geheel van gestampte leem vervaardigen; in streken waar natuursteen aanwezig was, konden de „fundamenten&rdqu...

Lees verder
2023-06-09
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ARCHITECTUUR

zie Bouwkunst.

2023-06-09
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Architectuur

bouwkunst

2023-06-09
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Architectuur

v., bouwkunst, bouwstijl: Griekse architectuur; — onder architectuur gebouwd, naar de plannen van een erkend architect.

2023-06-09
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Architectuur

of bouwkunst, methodisch verkregen bekwaamheid om bouwwerken volgens een bepaald - speciaal en kunstzinnig - plan in duurzaam materiaal uit te voeren. B. uit zich bij verschillende volken en in verschillende tijden door verschillen in haar artistieke grondvormen, de zgn. bouwstijlen. Kunstkarakter kreeg de B. het eerst bij Egyptenaren en Indië...

Lees verder
2023-06-09
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

architectuur

v. bouwkunst, bouwstijl.

2023-06-09
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Architectuur

de kunst of ook de stijl van het bouwen, wordt behandeld onder bouwkunst.

2023-06-09
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

architectuur

v. (Lat. architectura: de bouwstijl; bouwkunst): onze moderne architectuur.

2023-06-09
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

architectuur

v. bouwstijl, bouwkunst.

2023-06-09
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Architectuur

Architectuur - Zie Bouwkunst.