Ajuin
(-en), 1. m., als voorwerpsn., oude en gewestelijk zeer verbreide naam voor de ui; 2. m. (als soortn.) en v. (als collect.) de plant die de ajuinen of uien oplevert als gewas ; 3. v., als stofn., een hoeveelheid uien, inz. als spijs beschouwd; — (fig.) het is ieder niet gegeven ajuin met droge ogen te schillen, niemand verricht...