Wat is de betekenis van afwerken?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

afwerken

(1983) (prostitutie) (iemand) seksueel aan zijn trekken laten komen. • Een zestal meiden, jonge hoeren of oude wijven, die de klanten snel afwerk-ten, de troosteloze stemmen, het gehijg en gesteun overstemd door het lawaai van de voortdenderende goederentreinen op het naastliggende rangeerspoor, door de zware vrachtwagens die grommend over de...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afwerken

afwerken - Werkwoord 1. (ov) de laatste en kleine details afmaken Die houten kast is erg netjes afgewerkt. 2. volledig bezoeken, bespreken of behandelen Tijdens de culturele reis moesten alle kerken van Rome worden afgewerkt. 3. voltooien ...

2024-04-26
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Afwerken

Afwerken - seksueel bevredigen van een klant. Dit gebeurt op een zgn. afwerkplaats. De met zeepsop afgewerkte klanten hadden daarna wel de klére in dat ze voor hun dure poen zo snel waren afgewerkt, maar durfden meestal niks te zeggen. - Haring Arie, De sarkast (1989) ​

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afwerken

afwerken - regelmatig werkwoord uitspraak: af-wer-ken 1. ervoor zorgen dat het klaar is ♢ hij heeft de klussen allemaal afgewerkt 2. het laatste doen wat nog moet gebeuren ♢ de sjaal is afgewerk...

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

afwerken

In het slang van (straat)prostituees: (iemand) seksueel bevredigen. Dit gebeurt dan op een zogenaamde afwerkplaats*.  De met zeepsop afgewerkte klanten hadden daar de klére in dat ze voor hun dure poen zo snel waren afgewerkt, maar durfden meestal niks te zeggen… Haring Arie: De Sar kast. 1989 Voor de verbouwing van het Centraal Station ha...

2024-04-26
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

afwerken

Afwerken is de laatste bewerking; bijv. bij textiel: een manier om te voorkomen dat het textiel vooral aan de randen van een weefsel onnodig snel verslijt, bijv. d.m.v. festonsteek, flanelsteek, franje, hechten, locken, muizetandje, omwoelen, Perzisch ajour, rafelen, schulprand, spannen, zigzaggen, zomen; bijv. bij hout (1) en metaal: polijsten van...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afwerken

(werkte af, heeft afgewerkt), 1. met moeite en inspanning van iets verwijderen: werk die balen wat van de muur af ; in ’t bijz. van vaartuigen (ook absol.): ze met moeite en inspanning van zeker punt verwijderen, inz. wanneer zij tegen de wind opwerken: wij hebben aanhoudend van de wal afgewerkt; het schip dreigde...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afwerken

werkte af, h. afgewerkt (1 iets voltooien, geheel afmaken; 2 door zware, langdurige arbeid afmatten): 1. zijn taak afwerken; eerst alles afwerken; de stoelen zijn netjes afgewerkt; afgewerkte stoom, a) zonder arbeidsvermogen meer, b) die men laat ontsnappen; 2. de arbeiders afwerken; moe en afgewerkt; zich afwerken.