Wat is de betekenis van Afschreeuwen?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afschreeuwen

(schreeuwde af, heeft en is afgeschreeuwd), 1. (scherts, fig.) iem. de oren van ’t hoofd afschreeuwen, zó luid of zó lang schreeuwen, dat hem horen en zien vergaat; — zich de keel afschreeuwen, zó hard of zó lang schreeuwen, dat men als ’t ware zijn keel, het vermogen om te spreken, verlie...

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

afschreeuwen

('af) (schreeuwde af, heeft afgeschreeuwd) 1. zo hard schreeuwen dat men er als het ware iets bij zou verliezen : iemand de oren van het hoofd, zich de keel –. 2. zo hard schreeuwen dat men op een bepaalde afstand het geluid verneemt : een laan –. 3. z i c h –, zich door schreeuwen afmatten.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Afschreeuwen

AFSCHREEUWEN, (schreeuwde af, heeft en is afgeschreeuwd), (scherts, fig.) iem. de ooren van ’t hoofd afschreeuwen (of enkel schreeuwen), zóó luid of zóó lang schreeuwen, dat hem hooren en zien vergaat; — zich de keel afschreeuwen, zóó hard of zóó lang schreeuwen, dat men als &rsquo...

Gerelateerde zoekopdrachten