Wat is de betekenis van afreis?

vertrek. Voorbeelden: Het beste wat je kan doen om deze teleurstelling te voorkomen is vanaf drie maanden voor vertrek regelmatig na te vragen of die afreis reeds verzekerd is. http://www.euroreizen.be/nl/tips/reservaties/reisburo.htm Volgende week, rond deze tijd, zullen wij al zo stilaan aan de afreis moeten denken. Clem...

afreis - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afreizen ♢... dat ik afreis

vertrek Om half vijf zijn we thuis, juist op tijd om eene hevige regenbui te ontduiken, alles in gereedheid te brengen voor de afreis van morgen naar Xiwanzi en naar het Lof te gaan. (Brigitte Raskin, De eeuw van de ekster) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 5

Vertrek; ook: (heen)reis. Hadden haat en liefde haar aldus verblind? Zij moet het geloven, maar het was gruwelijk en dom, want dat heeft zij bij zijn afreis het best ondervonden, WEYTS 1950, 177. Op de afreis zat Maurice door ’t raam uit te kijken... Het viel hem te binnen hoe hij hier amper een jaar geleden... door diezelfde streek was voor...

afgereis; vertrek.

s., ôfreis, fortrek (it), fortsjen (it).

v., het afreizen, het vertrek van iem. die op reis gaat; ook van de afvaart van schepen gezegd; (dicht.) het verscheiden uit dit leven.

('af) v. (...reizen) 1. Eig. het afreizen. Syn. →: afmars. 2. Metf. Dicht. het verscheiden uit dit leven.

...