Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

afreis

betekenis & definitie

vertrek

Om half vijf zijn we thuis, juist op tijd om eene hevige regenbui te ontduiken, alles in gereedheid te brengen voor de afreis van morgen naar Xiwanzi en naar het Lof te gaan.
(Brigitte Raskin, De eeuw van de ekster)

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 6
Vlaamsheid: 5