Wat is de betekenis van afgeven?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afgeven

afgeven - Werkwoord 1. (ov) achterlaten op de plek van bestemming Gevonden voorwerpen kunnen worden afgegeven bij de conciërge. 2. (inerg) bij aanraking een substantie afscheiden Kijk uit hoor, die muur geeft af. De...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afgeven

afgeven - onregelmatig werkwoord uitspraak: af-ge-ven 1. het op een bepaalde plek brengen ♢ wil jij dat pakje even afgeven? Onregelmatig werkwoord: af-ge-ven ik geef af (... ik afgeef) ...

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

afgeven

1. Van een kaart: een slag laten maken door een kaart die zich in handen van de tegenpartij bevindt. Een leider kan bij het claimen bijvoorbeeld zeggen dat hij nog ♦A ‘afgeeft’. 2. Van een slag: een slag al of niet opzettelijk door de tegenpartij laten maken. 3. Van een contract: claimen voor één of meer down.

2024-04-26
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

afgeven

opgeven. Geef niet af!

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

afgeven

1. Van personen: aflaten, opgeven. «Nog een tegenstrever meer,» dacht hij en z’n lippen knepen samen voor hardnekkig verweer. En toch zou hij niet afgeven! LANGENS 1947, 20. Roedi heeft bij tijds haar koers gekruist. Maar zij zal herbeginnen. Zij zal om geen macht ter wereld afgeven, vooral nu zij het goede spoor geroken heeft, T...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Afgeven

v., ôfjaen; (van kleur), ôffervje, -farvje, -litte; blauw —, ôfblauje; zwart —, ôfswartsje; zwartsel —, ôfswartselje; op iem. —, op immen ôfsizze, -jaen, fan immen ôfhelje; op iets —, op eat ôftingje, de mûle oer eat...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afgeven

(gaf af, heeft afgegeven), I. overg., 1. (bezittingen aan een ander) onvrijwillig overleveren: zijn. beurs afgeven; 2. aan een ander (vrijwillig) ter hand stellen: een brief, een boodschap af geven; — zijn kaartje afgeven, zich laten aandienen; ook als beleefdheid bij zijn vertrek of terugkomst; — (jag.) die ho...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

afgeven

gaf af, heeft afgegeven; 1. gedwongen geven: zijn beurs afgeven; 2. vrijwillig geven; ter hand stellen: een brief, een pakje ergens afgeven; 3. van zich laten uitgaan, inz. iem. een schriftelijke verklaring geven om er gebruik van te maken: een geleibiljet afgeven; 4. verspreiden: een reuk afgeven; 5. kleurstof loslaten: die verf, die blauwe mantel...