Gepubliceerd op 31-10-2017

afgeven

betekenis & definitie

afgeven - Werkwoord
1. (ov) achterlaten op de plek van bestemming
Gevonden voorwerpen kunnen worden afgegeven bij de conciërge.
2. (inerg) bij aanraking een substantie afscheiden
Kijk uit hoor, die muur geeft af.
De rode handdoek heeft in de was afgegeven, nu hebben we allemaal roze onderbroeken.
3. ~ op: iets of iemand niet goed vinden en dat ook zeggen
Zij geven altijd af op hun ouders.

Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en geven(werkwoord)

Synoniemen
[1] afleveren