Wat is de betekenis van aanval?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanval

aanval - Zelfstandignaamwoord 1. een poging de tegenpartij geweld aan te doen of van zijn positie te beroven en daarbij de eigen positie te verbeteren De man werd blind na de aanval door een wild dier. De aanval is soms de beste verdediging 2....

2024-04-28
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

aanval

Het aanvallen.

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanval

aanval - zelfstandig naamwoord uitspraak: aan-val 1. een poging om door woorden of geweld van iemand te winnen ♢ hij deed een aanval op stellingen van de vijand 1. aanval is de beste verdediging [j...

2024-04-28
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Aanval

Aanval - 'in de aanval gaan': demarreren. Jef Somers was vroeg in de aanval gegaan. - Ron Couwenhoven, Wielerklassiekers (1990) ​

2024-04-28
Verpleegkundig woordenboek

Anneke van Schie (2000)

Aanval

Ander woord voor insult, ook wel toeval genoemd, een abnormale ontlading van zenuwcellen (neuronen) in de hersenen ten gevolge van epilepsie; kan ook een niet-epileptische oorzaak hebben.

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aanval

gewelddadige aangryping, bestorming; aantasting (siekte); aangeval; vyandelikhede begin; bestry; wegval.

2024-04-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Aanval

insult, paroxysme, acces, crisis e.a., het plotseling optreden, verergeren of terugkeren van ziekteverschijnselen, al dan niet voorafgegaan door aankondigende voortekenen of prodromi. Vbn.: asthma-aanval, epileptisch insult, paroxysmale tachycardie, hysterisch acces.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanval

s., oanfal, (w)raem; (van ongesteldheid), pûst; (van beroerte), oerhael.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)