Gepubliceerd op 31-10-2017

aanval

betekenis & definitie

aanval - Zelfstandignaamwoord
1. een poging de tegenpartij geweld aan te doen of van zijn positie te beroven en daarbij de eigen positie te verbeteren
De man werd blind na de aanval door een wild dier.
De aanval is soms de beste verdediging
2. (medisch) plotselinge, vaak kortstondige, aandoening bijv. een griepaanval, hartaanval etc.
Tijdens het slaapverwekkende college kregen veel leerlingen last van een aanval van slaap.

aanval - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvallen
♢... dat ik aanval

Woordherkomst
Naamwoord van handeling aanvallen

Verwante begrippen
agressie, attaque, offensief