Wat is de betekenis van Aanvallig?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanvallig

aanvallig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bekoorlijk. 2. snoezig Woordherkomst afgeleid van aanval (stam van het werkwoord aanvallen) met het achtervoegsel -ig

2024-03-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

aanvallig

mooi en aantreklik.

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanvallig

ad)., oanfallich, floatsk, float(ich); al te —, oansjitsk; — meisje, float.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanvallig

bn. (-er, -st), 1. een aangename indruk makende, hef, bekoorlijk: een aanvallig kind; in de aanvallige leeftijd van 4 jaar stierf mijn zusje; 2. (gew.) zich opdringend, vrijpostig; 3. (gew.) streng koud (van het weer).