aanvallig
aanvallig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bekoorlijk. 2. snoezig Woordherkomst afgeleid van aanval (stam van het werkwoord aanvallen) met het achtervoegsel -ig
Wiktionary (2019)
aanvallig - Bijvoeglijk naamwoord 1. bekoorlijk. 2. snoezig Woordherkomst afgeleid van aanval (stam van het werkwoord aanvallen) met het achtervoegsel -ig
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. een aangename indruk makende, hef, bekoorlijk: een aanvallig kind; in de aanvallige leeftijd van 4 jaar stierf mijn zusje; 2. (gew.) zich opdringend, vrijpostig; 3. (gew.) streng koud (van het weer).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: