Wat is de betekenis van aanvalsfront?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanvalsfront

aanvalsfront - Zelfstandignaamwoord 1. front waarop een aanval plaatsvindt Woordherkomst samenstelling van aanval en front met het invoegsel -s-

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanvalsfront

o. (-en), 1. front ener belegerde vesting, waartegen de hoofdaanval gericht is of zal worden; — 2. front waarover een aanval zich uitstrekt.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanvalsfront

o. -en (front v. e. vesting of gedeelte der vijandelijke linie, tegen hetwelk de aanval is gericht); -kreet, m. -kreten; -mijn, v. -en (tegen verdedigingswerken gegraven of anderszins aangebrachte mijn); — plan, o. -plannen; -punt, o. -en (het punt, waartegen de aanval wordt gericht); -sein, o. -en of -teken, o. -s; -wapen, o. -s (wapen, best...

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanvalsfront

('a:nvals) o. (-en) front waartegen men aanvalt.

2024-04-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Aanvalsfront

Aanvalsfront - front van eene vesting, waarop bij een beleg, na zorgvuldige verkenning, de geregelde aanval wordt uitgevoerd.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanvalsfront

Aanvalsfront - o. (-en), front eener belegerde vesting, waartegen de hoofdaanval gericht is of zal worden.