aan het gas gaan
(1984) (ook: aan het gas liggen) (Barg.) verloren, kapot, naar de bliksem, dood zijn; maar ook `dronken zijn'. Volgens Gillissen en Olden gebruiken Haagse studenten de uitdrukking 'aan het gas gaan' voor: gaan drinken. • Volgens mij kregen we een wissel. Inderdaad. Wildschut maakte plaats voor de 57-jarige Suurbier, de grootste schaver van Eur...