Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

trots

betekenis & definitie

Het begrip trots heeft 7 verschillende betekenissen:

1) groot gevoel van eigenwaarde.
groot gevoel van eigenwaarde tot uitdrukking komend in de behoefte niet toe te geven of zich niet ondergeschikt te maken; zelfbewustzijn; fierheid.

2) gevoel van bewondering en voldoening.
gevoel van bewondering en voldoening wegens eigen verdienste, bezit of situatie, of die van iemand anders waarbij men zich betrokken voelt; fierheid.

3) iemand of iets waarop men trots is.
iemand of iets waarop men trots is; pronkstuk.

4) vervuld van eigenwaarde.
vervuld van een groot gevoel van eigenwaarde tot uitdrukking komend in zijn houding of in de behoefte niet toe te geven of zich niet ondergeschikt te maken; zelfbewust; fier; in meer negatieve zin ook: vervuld van een gevoel dat men meer is dan anderen; hooghartig.

5) bewondering en voldoening voelend.
bewondering en voldoening voelend wegens eigen verdienste, bezit of situatie, of die van iemand anders waarbij men zich betrokken voelt; fier.

6) van iemand die trots is.
van of als van iemand die trots is.

7) statig.
zich hoog en fier verheffend; indrukwekkend; statig.