Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

trekvogel

betekenis & definitie

vogel die het broedgebied verlaat.

vogel die tijdelijk uit zijn broedgebied wegtrekt, meestal om te overwinteren in gebieden met betere weersomstandigheden en meer voedsel; vogel die het broedgebied verlaat.

Voorbeelden:
Voor het aspect vogeltrek is kennis over vlieghoogte, afstand uit de kust, effecten van verlichting, enz. nog schaarser. Vermits een belangrijk deel van de miljoenen trekvogels die jaarlijks langs onze kust van en naar hun overwintergebieden trekken dit 's nachts doen - wanneer niet kan geteld worden met conventionele middelen – stelt zich hier een belangrijk probleem.
http://www.natuurpunt.be/download/activecontents/ac288visietekst_windmolenoverleg.pdf, 2001

Sommige trekvogels overwinteren hier, anderen broeden hier in de zomer, sommige soorten blijven slechts enkele dagen om op krachten te komen.
http://www.zwin.be/Nederlands/Chapters/vleugels/vleugels.htm, 2001

Er bestaan veel trekvlinders. Net als trekvogels komen ze in de lente uit het zuiden.
http://www.iselinge.nl/scholenplein/pabolessen/01022ejaargetijden/dezomer.htm