Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

treinen

betekenis & definitie

reizen per trein.

reizen per trein; met de trein reizen; reizen per spoor.

Voorbeelden:
Wat ik deed noemde ik eenvoudig 'treinen'. Het bestond eruit dat ik een maand lang op alle middagen dat de lessen op school om tien over half één of half twee afgelopen waren, tot kwart voor zes zo vaak mogelijk heen en weer reisde tussen mijn woonplaats en de stad waar ik op school ging. Mij leek dat ik niet de enige kon zijn die het 'treinen' had uitgevonden. Nooit zag ik evenwel andere lyceumleerlingen hele middagen heen en weer reizen.
Maarten ’t Hart, Het woeden der gehele wereld, 1993

Afgelopen herfst zijn we met een groepje van vier liftend, maar later ook treinend, naar Wit-Rusland geweest.
http://www.worldonrails.nl/forum/viewtopic.php?p=33231, 12 mei 2010

Omdat zo'n middag werd opgedeeld in stukjes reistijd en wachttijd, leek het of de minuten uren waren en de uren eeuwigheden. Die middagen waarop ik 'getreind' heb lijken mij soms de langste, meest welbestede middagen van mijn leven.
Maarten ’t Hart, Het woeden der gehele wereld, 1993