Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

pier

betekenis & definitie

Het begrip pier heeft 7 verschillende betekenissen:

1) wandelhoofd.
langwerpig bouwwerk van ijzer of hout op pijlers dat haaks op het strand in zee uitsteekt en dat vooral wordt gebruikt door wandelaars en sportvissers, en waarop soms ook winkels, eetgelegenheden, stalletjes en attracties staan opgesteld; wandelhoofd..

2) golfbreker.
golfbreker uit zware blokken steen of beton.

3) aanlegsteiger.
aanlegsteiger voor schepen die in een haven haaks op de kade uitsteekt in zee.

4) loopbrug op luchthavens.
overdekte loopbrug op luchthavens die leidt van het luchthavengebouw naar de vliegtuigen.

5) aanvliegplankje.
aanvliegplankje voor sportduiven.

6) regenworm.
worm met een roodachtige kleur die in gangen onder de grond leeft en naar boven komt wanneer de aarde trilt; regenworm.

7) in de verbinding de kwaaie pier.