Wat is de betekenis van pier?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pier

Het begrip pier heeft 7 verschillende betekenissen: 1) wandelhoofd. langwerpig bouwwerk van ijzer of hout op pijlers dat haaks op het strand in zee uitsteekt en dat vooral wordt gebruikt door wandelaars en sportvissers, en waarop soms ook winkels, eetgelegenheden, stalletjes en attracties staan opgesteld; wandelhoofd.. 2) golfbreker....

2024-04-24
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Pier

Zie Petrus

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Pier

Pier - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pier

pier - zelfstandig naamwoord 1. lange, smalle dam, die in zee steekt ♢ het schip moest om de pier heen varen 2. overdekte gang naar een vliegtuig ♢ het vliegtuig vertrok van pier 10 ...

2024-04-24
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Pier

Pier - 'zo dood als een pier zitten': kapot zitten, aan het eind van z'n krachten zijn; geen reserves meer hebben.

2024-04-24
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

pier

(zn) regenworm BM, EK, LC.

2024-04-24
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Pier

1. in de -en hebben,in de gaten hebben. Informele uitdr. 2. -en vangen/zoeken,in de neus peuteren. Huiselijk cliché: ben je weer pieren aan het vangen? Vgl. Duits bergsteigenen im Bergwerk arbeiten‘in de mijnen werken’. 3. voorde-en,dood. Die is voor de pierenbet. ‘die zal het niet lang meer redden’. Een lijk wordt aan de wormen (waartoe ook de pie...

2024-04-24
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Pier

I.m -> Petrus (Fri., Noord-Brab. en Ze.). In Ze. bijv. in Ovezande, Hoedekenskerke en Zeeuws-Vla. II. Piër m -> Petrus (Zuid-Ndl.).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

pier

: witte pier (de, -en), 1. (meestal) blanke (vaak geringschattend bedoeld). Met blote voet en open hemd, hij vloog die deur uit. Laat die k’ka [S, stront] man, jo witte pier! Durf geen neger aan te raken! (Cairo 1982: 205). ‘Witte pier, geen manier’ (honende zegswijze). 2. (soms) licht gekleurde Creool (zonder bijgedachte). - Zi...