vrouwelijke passagier.
vrouw die meereist in een bepaald vervoermiddel, bijvoorbeeld de bus, de auto, de trein of het vliegtuig, maar zelf dit vervoermiddel niet bestuurt of bedient; vrouwelijke passagier.
Voorbeelden:
Nadat het vliegtuig in New York was opgestegen stak Norris een sigaret op. Toen de bemanning er haar attent op maakte dat dit verboden was, schold de passagierster hun de huid vol en vluchtte ze naar het toilet.
De Standaard, 1996
Het parket stelt ook vast dat noch veearts Wim V., noch de passagierster in zijn wagen, de wettelijk voorgeschreven documenten bij zich hadden die bij de vervoerde (diergeneeskundige) producten hoorden.
De Standaard, 1997