zitplaats voor passagiers.
stoel of zitplaats in een vervoermiddel bestemd voor passagiers, meestal in een auto.
Voorbeelden:
Ze liep om de auto heen en Joop boog zich over de passagiersstoel om de deur te openen.
Leon de Winter, God’s gym, 2002
Hij loopt met haar mee en plaatst de kooi op de passagiersstoel van haar wagen.
Kees van Beijnum, De vrouw die alles had, 2002