Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

karbouw

betekenis & definitie

waterbuffel.

buffel die voorkomt in Zuid-Azië en Australië, die ook geëxporteerd is naar Zuid-Amerika, Noord-Afrika en Europa, en die vaak gebruikt wordt als trekdier; waterbuffel.

Voorbeelden:
Karbouwen kosten teveel geld en dus ploegt de transmigrant op eigen kracht het veld om.
http://www.travelmarker.nl/bestemmingen/azie/indonesie/bevolking/volk.htm

Nadat de granaten afgevuurd zijn en er huisjes in brand staan en karbouwen dood liggen, zegt de kapitein dat het er weer op zit, alsof hij van kantoor thuiskomt.
NRC, 1993

In een Toradja-gehucht in de buurt van Rantepao hebben ze een rituele slachting ter gelegenheid van een begrafenis bijgewoond. Wel veertig karbouwen waren er onthoofd.
Jan Wolkers, De kus, 1980

< >