Wat is de betekenis van karbouw?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

karbouw

waterbuffel. buffel die voorkomt in Zuid-Azië en Australië, die ook geëxporteerd is naar Zuid-Amerika, Noord-Afrika en Europa, en die vaak gebruikt wordt als trekdier; waterbuffel. Voorbeelden: Karbouwen kosten teveel geld en dus ploegt de transmigrant op eigen kracht het veld om. http://www.travelmarker.nl/bestemmi...

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

karbouw

(19e eeuw) (scheldw.) lomperd; stommeling. Betekent eigenlijk: tamme Oost-Indische buffel. In het voormalige Ned.-Indië was 'karbauwen' een scheldnaam voor de vestingartillerie. • Is dat zoo usance om die menschen aap, karbouw, schelm, hondekind enz. te noemen? (J. van Maurik: Indrukken van een „Tòtòk”. Indische...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

karbouw

karbouw - Zelfstandignaamwoord 1. (veeteelt), (zoogdieren) Bubalus bubalis een tot de runderen behorend trekdier dat veel gebruikt wordt op rijstvelden In Indonesië is een karbouw een alledaagse verschijning. Woordherkomst >Indonesisch: kerbau Synoniemen waterbuffel

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

karbouw

(verouderd) lomperd; stommeling. Betekent eigenlijk ‘tamme Oost-Indische buffel’. Is dat zoo usance om die menschen aap, karbouw, schelm, hondekind enz. te noemen? (J.van Maurik, Indrukken van een ‘Totok’. Indische typen en schetsen, 1897)

2024-04-25
Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

karbouw

karbouw [tamme buffel]. Maleis karbau.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Karbouw

Javaanse buffel

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Karbouw

is een buffel, die in Indon. voor de landb. van veel belang is als ploegdier, vooral in de natte rijstvelden en als trekdier. In dit laatste opzicht wordt de k. echter overtroffen door het trekrund, de zebu, die iets vlotter is.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Karbouw

(<Mal.), m. (-s, -en), Oostindische tamme buffel (Bos bubalus), als ploeg-, trek- en slachtdier gebruikt; — (scheldw.) stommeling.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Karbouw

Maleise naam voor tamme buffel. Kleur asgrauw, buik en • keel witachtig. Horens zeer verschillend van kleur en vorm. Van de melk wordt op sommige plaatsen op primitieve wijze boter gemaakt. De K. dient vooral als trekdier, o.a. bij het bewerken der natte rijstvelden.