felle, bazige vrouw.
felle, onaardige vrouw met een grote mond die de baas speelt; gehaaide vrouw; feeks; helleveeg; kenau.
Voorbeelden:
En om het nog ingewikkelder te maken wordt die haaibaai van een bazin de eerste helft door een andere actrice gespeeld.
http://www.filmkrant.nl/av/org/filmkran/archief/fk246/spider.html, 2003
Het is zo behelpen met die gladde, uitgekookte haaibaaien van escortbureaus.
Maarten 't Hart, De zonnewijzer, 2002
"Wat een boel kleurpotloden, vindt u niet?" Het was eruit en hij snakte zowat naar adem terwijl hij in de bak staarde. "U maakte de punten kapot," konstateerde ze. En inderdaad, hij was bezig het bosje potloden in zijn hand met de punten naar beneden hard tegen de glazen opstand te slaan. Dit werd niks. Wat een haaibaai. Hij liet de potloden los. "Jaja," zei hij, glimlachte nog en maakte dat hij wegkwam.
Heere Heeresma, Heeresma helemaal, 1978