Wat is de betekenis van gehaaid?

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

gehaaid

sluw; gewiekst. zich op ambitieuze, felle en slimme wijze voor iets inzettend; fel en sluw; geslepen; gewiekst. Voorbeelden: Zij wijst erop dat een landelijk alarmnummer dringend gewenst is omdat 'loverboys' steeds gehaaider kwetsbare meisjes weten in te palmen. http://www.nd.nl/newsite/artikel.asp?id=52884, 2004 De...

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gehaaid

(1906) (inf.) geslepen, bijdehand, flink. • Soo gehaaide!... hoorde ze achter zich een spotstem. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. 1914) • Je bent ons met dat gehaaide kloffie veel meer waard dan met die smerige bullen die je anders aantrekt. (Jef Last: Een huis zonder vensters....

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gehaaid

gehaaid - Bijvoeglijk naamwoord 1. (informeel) zeer geraffineerd t.a.v. de eigen belangen gehaaid - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van haaien

2024-04-20
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

gehaaid

(verl. deelw. van het werkwoord haaien, variant van heien), 1. potig, ijzersterk: Het vreeselijke gehaaide wijf uit de Krommert, die met twee broers leefde en haar mooie lijf verspilde aan een paar woeste schooiers, QUERIDO 1, 52; 2. stevig: (Op Marken) Ben ik nog gehaaid op de vuist ook geweest, met vier Volendammers, SMIS2 103; 3. beslist, echt,...

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

gehaaid

flink; ferm; handig; doorkneed. Een gehaaide jongen. Dat gaat hier gehaaid hoor!

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gehaaid

(sluw, geslepen) bn.: gehaaide kerels.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gehaaid

bn. [~ haaien] Gemz. gewiekst.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gehaaid

bn. (-er, -st), gewiekst, door de wol geverfd; zijn belang of recht met kracht latende gelden.