Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

fuif

betekenis & definitie

feest.

bijeenkomst georganiseerd om een heuglijke gebeurtenis te vieren of om plezier te maken; feest.

Voorbeelden:
Lege wijnflessen, glasscherven en een gebroken brilmontuur lijken te getuigen van een mislukte fuif.
Frans Kellendonk, Overige bestemmingen, 1992

Jongeren moeten in school, de jeugdvereniging of jeugdclub, maar ook 'langs de straat' toffe dingen kunnen doen: speeltoestellen maken, pannenkoeken bakken ten voordele van hun buurt, borden maken voor een fuif, samen mountainbiken.
http://www.acw.be/regiokrt/publicaties/archief/121001visiedrugs.htm, 12 oktober 2001

Hard drugs zijn troep, onbetaalbaar en verslavend. Iets moeilijker ligt het met XTC en andere partydrugs. 48 uur knetter-energiek uit je bol in disco's en op fuiven.
http://www.huma.be/jongeren/index_.htm

< >