feest.
bijeenkomst georganiseerd om een heuglijke gebeurtenis te vieren of om plezier te maken; feest.
Voorbeelden:
Lege wijnflessen, glasscherven en een gebroken brilmontuur lijken te getuigen van een mislukte fuif.
Frans Kellendonk, Overige bestemmingen, 1992
Jongeren moeten in school, de jeugdvereniging of jeugdclub, maar ook 'langs de straat' toffe dingen kunnen doen: speeltoestellen maken, pannenkoeken bakken ten voordele van hun buurt, borden maken voor een fuif, samen mountainbiken.
http://www.acw.be/regiokrt/publicaties/archief/121001visiedrugs.htm, 12 oktober 2001
Hard drugs zijn troep, onbetaalbaar en verslavend. Iets moeilijker ligt het met XTC en andere partydrugs. 48 uur knetter-energiek uit je bol in disco's en op fuiven.
http://www.huma.be/jongeren/index_.htm