Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

fuifnummer

betekenis & definitie

feestnummer.

iemand die erg van feesten houdt; feestnummer.

Voorbeelden:
Toen Spam Kiss my dark ally inzette, was het of hij een dronken huzaar in de pels beet. Sommige van de fuifnummers keken even op, maar hij was niet meer dan een curiosum dat zijn kunstjes deed voor hen. Verdomme, was het omdat dit een gratis concert was?
Karel Osstyn, De achterkant van de aarde, 1999

Studenten die een instrument bespelen kunnen terecht in het Universitair Symfonisch Orkest, fuifnummers kunnen zich aansluiten bij de Studentenfanfare Ghendt.
http://www.ipem.ugent.be/musicologie/musicologie.html

Overal klinkt muziek en dat gaat zo maar door tot in de vroege uurtjes waarna zelfs de hevigste fuifnummers doodvermoeid hun bed opzoeken.
http://home2.pi.be/gmerckx1/pastonu.htm

De fuifnummers hebben afgesproken dat Bob morgenavond niet drinkt en dus rijdt: hij speelt chauffeur.
De Standaard, 1996

< >