Wat is de betekenis van Fuif?

feest. bijeenkomst georganiseerd om een heuglijke gebeurtenis te vieren of om plezier te maken; feest. Voorbeelden: Lege wijnflessen, glasscherven en een gebroken brilmontuur lijken te getuigen van een mislukte fuif. Frans Kellendonk, Overige bestemmingen, 1992 Jongeren moeten in school, de jeugdvereniging of jeugdclub, maar...

(1850) (oorspr. stud.) vrolijk, informeel feest; tegenwoordig spreekt men van party. Mogelijk van Latijn 'foveo' (ik verwarm, verkwik). Zie ook: fuiven*. • Gestoord door een woeste overval van een zwerm lui, die mij medehaalden om een mathesis fuif te vieren. (Frederik Van Eeden: Dagboek. 1878) • Fuif, studentenwoord voor: gelegenheidsfe...

fuif - Zelfstandignaamwoord 1. vrolijk besloten feest ♢ Veel mensen drinken bier op een fuif. fuif - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fuiven ♢ Ik fuif 2. gebiedende wijs van fuiven ♢ fui...

Fuif - oorspr. een studentenwoord ontstaan rond 1850 en afgeleid van Lat. foveo dat verwarmen, verkwikken betekent. Het werkwoord fuiven werd reeds omstreeks 1860 gebruikt door soldaten aan de KMA te Breda en dit in de zin van lekker eten, smullen en pas later in de meer algemene betekenis die wij nu nog kennen van feestvieren of onthalen (men kan...

fuif - zelfstandig naamwoord 1. bijeenkomst van mensen die iets vieren ♢ ik geef een fuif als ik 18 word Zelfstandig naamwoord: fuif de fuif de fuiven het fuifje Syno...

feest Wanneer er fuiven zijn, patrouilleren we nadrukkelijk. Maar veel klachten krijgen we niet binnen, zegt Marc Vervoort. ‘Het is net zoals elders: aan het einde van de fuif willen enkelen zich nog manifesteren.’ (dagblad) Ook in Nederland wordt gefeest, maar sinds de late jaren zestig wordt daar nauwelijks meer gefui...

die - gaat niet door gezegd van een verwachte gebeurtenis die niet plaatsvindt. Vgl. het gelijkbeduidende die film gaat niet door.

(de, fuiven), feest, partijtje (ook wanneer de achtergrond ernstig is, bijv. inzameling van geld voor een liefdadig doel). Ik herinner me dat hij en ik eens samen naar een fuif waren in UBECO, op een ‘geleende’ bromfiets (Dobru 1967: 7). Etym.: In Suriname wordt ‘feest’ weinig gebruikt. Samenst. o.m.: huisfuif (C. Ooft 81),...

fuiwe, vrolike eet- en drinkparty; gefuif, plesierig feesvier (met drank).