groot, meestal uit ijzer vervaardigd uurwerk, gebouwd voor een kerktoren of openbaar gebouw. De torenuurwerken zijn de oudste uit de geschiedenis van het mechanische uurwerk, aangedreven door gewichten, waarmee hun hoge plaats ook geheel in overeenstemming was.
Zij hadden een spillegang met foliot. Dezelfde kenmerken kan men vinden bij de oudste huisklokken; deze werden eveneens door gewichten aangedreven en waren daardoor gebonden aan een plaats zo hoog mogelijk aan de wand. Onderscheid komt eerst met de tafelklokken met veer, terwijl met de lantaarnklok een type verschijnt waarbij ook de opstelling van het uurwerk een meer aangepaste vorm krijgt.
