(Du.), samenvattende benaming voor pottenbakkersprodukten uit kleiaarde met bontgekleurd loodglazuur. vnl. uit de renaissance. Hoofdzakelijk werd eenvoudig gebruiksaardewerk gemaakt en tegels voor kachels, met reliefdecoratie onder groen glazuur.
Tegen het eind van de 15de eeuw werden ook geel en bruin toegepast met een doorschijnend glazuur op witte scherf, of met een dekkend tinglazuur wanneer men wit in de decoratie nodig had. In de 16de eeuw werd veel Hafnerkeramik vervaardigd in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Saksen en Silezië, vooral kacheltegels met figuren en ornamenten onder veelkleurige glazuren : de figuren werden apart gemodelleerd en naast de gebruikelijke reliefdecoratie opgebracht. Tegen het eind van de 16de eeuw wordt de kleur vnl. blauw en geel op een wit fond. Daarnaast omvatte de produktie o.a. schotels, grafplaten, wandfonteintjes en Hirschvogel-kruiken. Belangrijke centra waren Salzburg en vooral Neurenberg.