De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Fulham

betekenis & definitie

voorstadje van Londen, thans opgenomen in het district Hammersmith. bekend door een aldaar gevestigde fabriek van steengoed en in de 18de eeuw ook bekend om een manufactuur van tapisserieën en tapijten.

De fabriek van steengoed werd gesticht in 1637 door John Dwight (ca. 1637-1703) en voortgezet door zijn nazaten. John Philip en David Elers, oorspronkelijk zilversmeden, die van ca. 1690-1693 als pottenbakkers te Fulham werkten. In 1864 door Bailey gekocht, thans Fulham-pottery and Cheavin Filter Co. Naast poppen en fraaie portretbustes van steengoed maakte de fabriek vooral gebruiksgoed, variërend van dunne bekers tot zware bierpullen. De tapisserie- en tapijtmanufactuur werd gesticht in 1750 door P. Parisot in Paddington, een ander Londens voorstadje.

Onder beschermheerschap van de hertog van Cumberland kon het bedrijf zich vanaf 1753 uitbreiden. bij welke gelegenheid het werd verplaatst naar ruimere gebouwen in Fulham. Er werkte een groot aantal wevers afkomstig uit de Savonnerie onder leiding van een tweetal uitgeweken hugenoten die eveneens in de Savonnerie hadden gewerkt als meester-wever. De tapisserieën waren van hoge kwaliteit, de motieven waren ontleend aan die van de Savonnerie ; ook werden wandtapijten vervaardigd met Turkse motieven (turquerieën) en naar voorbeelden van de Gobelins wandtapijten. De tapijten waren eveneens van een zeer goede kwaliteit, met een grof geknoopte wollen schering en een inslag van hennep of vlas. De motieven zijn die van de Savonnerie. Door de zeer hoge prijzen was er voor tapisserieën en tapijten slechts een beperkte markt, hetgeen reeds in 1755 leidde tot sluiting van de manufactuur. Materiaal en machines werden gekocht door Claude Passavant.

< >