De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Diamant

betekenis & definitie

(v. Gr. adamas = onbedwingbaar, onbuigzaam), mineraal bestaand uit zware koolstof.

Zuivere diamant is kleurloos, geheel doorzichtig, maar komt als zodanig weinig voor; zwarte diamant komt eveneens sporadisch voor. Diamant is meestal geeltot bruinachtig getint; minder frequent zijn de kleuren donkerrood, roze, groen en blauw. De hardheid van diamant is groter dan van enige andere stof (140 maal zo hard als robijn en saffier, die in hardheid op de diamant volgen). De lichtbreking en de dispersie zijn bijzonder hoog, hetgeen de diamant zijn bijzondere schittering verschaft. Diamant wordt in verschillende vormen geslepen, waarvan de briljant wel de voornaamste is: voorts slijpvormen als de roos of rozet, de briolet, markies, pendeloque enz. De diamantindustrie verplaatste zich van Parijs naar Antwerpen en Amsterdam.

In India werd reeds vanaf 3000 v.C. diamant gedolven: in de 18de eeuw raakten de Indiase mijnen echter uitgeput. Andere vindplaatsen liggen in Brazilië, Noord-Amerika en Zuid-Afrika. Diamantgravure of lijngravure, decoratietechniek van glas, oorspr. een Venetiaanse uitvinding die in de loop van de 16de eeuw door Italiaanse glasblazers uit Murano en Altare tegelijk met de glasblazerskunst over Europa werd verspreid. Het zuiver decoratieve karakter van de diamantgravure, met krullen, arabesken en bladeren, maakt in de 17de eeuw plaats voor meer realistische motieven. Vooral na de uitvinding van het loodglas nam de diamantgravure een hoge vlucht. De diamantgravure werd veel toegepast in Oostenrijk (Hall.

Tirol), in Duitsland (Neurenberg, familie Sehwanhardt), in Antwerpen en ten slotte ook veel in Nederland waar zij in de 17de eeuw een zeer populaire liefhebberij was. Vooral het kalligraferen van spreuken en gedichten werd veelvuldig beoefend. Bekende amateurglasgraveurs waren o.m. Anna Roemers Visscher en haar zuster Maria Tesselschade, Anna Maria Schuurman, Willem van Heemskerk. In de 18de eeuw werd de diamantgravure verdrongen door de radgravure en de stiptechniek.