metalen plaatje op de achterplatine van een draagbaar uurwerk ter bevestiging en bescherming van de balans. Bij de oudste draagbare uurwerken met een foliot of waag is de kloof ovaal of rechthoekig.
Bevestiging tot het begin van de 17de eeuw d.m. v. een konische pen, daarna met een schroef. Bij de introductie van de balansveer werd de balanskloof groter en rond uitgezaagd en versierd met graveerwerk. In deze tijd ontstaat ook een verschil in bevestiging, waarnaar men de kloven indeelt in kloven en bruggen. Een brug is een kloof met twee bevestigingspunten in plaats van een. In Engeland en Duitsland werd meestal de kloof toegepast, in Frankrijk en Nederland de brug. Het vervaardigen van kloven groeide uit tot een afzonderlijke tak van industrie; een belangrijk 18de-eeuw's exportcentrum was bijv. de Duitse stad Friedberg.
