De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Balans

betekenis & definitie

regelorgaan van klokken en horloges in de vorm van een wiel dat om een centrale as heen en weer draait. Vóór de uitvinding en toepassing van de slinger waren de balans zonder spiraalveer en de foliot de enige regelorganen.

Zij schommelden in een zeer onregelmatig tempo en ook hun tijdgemiddelde was verre van constant. Om te ver doorslingeren van het balanswiel te voorkomen werd een varkenshaartje in de spil aangebracht of een pin in de velg van het balanswiel die tegen stuitnokken aanliep. De grote verbetering kwam met de toepassing van de spiraalveer waardoor de balans een vaste amplitude kreeg. De uitvinding staal op naam van Christiaan Huygens, die in 1674 het eerste horloge aldus liet vervaardigen. De spiraalveer wordt met het ene eind bevestigd aan de balansas en met het andere aan de balanskloof: zij geeft het uurwerk dezelfde accuratesse als de slinger. Aanvankelijk gebruikte men vlakke spiralen, maar al spoedig zocht men naar andere vormen om de veer zo regelmatig mogelijk te doen functioneren.

De Engelsman John Arnold ontwikkelde ca. 1782 de cilindrische spiraalveer die voornamelijk in scheepschronometers werd toegepast. Omstreeks 1800 werd door Abraham Louis Breguet de spirale-Breguet ontwikkeld, waarbij de laatste loer van de spiraalveer omhooggebogen is zodat de veer zich concentrisch kan ontwikkelen. Balans en spiraalveer waren echter onderhevig aan de gevolgen van temperatuurschommelingen. John Harrison ontwikkelde ca. 1755 een compensatiesysteem met strips uit bimetaal, terwijl Thomas Earnshaw een soortgelijke balans ontwierp. Bij temperatuurverhoging zet het ene metaal meer uit dan het andere, waardoor het vrije eind van de balans zich naar binnen kromt. Omstreeks 1900 werd door dr. Guillaume de Guillaume- of intergraalbalans ontwikkeld, een verbeterde versie van de beide vorige.