kloof
(1806, vero.) (inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Syn.: gleuf*, spleet*. • Vraag enen Jood of een' Rabbijn Eens, wat de beste Kloofjes zijn? Hij zegt de schwartze met krulhaar En, als je wilt, van zessen klaar. (Engelhart: Kinderen mijner Lossigh. 1806) • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Spectrum Sex Atlas. Een nieuwe...