Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Transgressie

betekenis & definitie

1. (erfelijkh.) Wanneer voor een kwantitatief kenmerk (lengte, kleurintensiteit, mate van resistentie, opbrengst) de F1 van een kruising een variabiliteit (splitsing) vertoont die naar beide kanten buiten de oudertypen uitgaat, dan spreekt men van t. Het verschijnsel valt te verklaren m.b.v. cumulatief werkende polymere factoren.

In het eenvoudigste geval, met 2 factorenparen, zijn b.v. de aren van beide ouders even lang (7 cm), maar de ene is AAbb en de andere aaBB. Nemen we verder aan dat AA 2 cm langer is dan aa en BB 2 cm langer dan bb, dan is de F1 AaBb bij volledige dominantie 9 cm en bij zuiver intermediaire erfelijkheid 7 cm. De F. aarlengte varieert in beide gevallen van 5 cm (aabb) tot 9 cm. Ingeval van volkomen dominantie splitst de F2 in 3 klassen: kort, middelmatig en lang.Ingeval van zuiver intermediaire erfelijkheid vertoont de F1 echter 5 klassen, nl. met 0, 1, 2, 3 en 4 verlengingsgenen

2. (bodemk. i Periode waarin de bodem daalt of de zeespiegel stijgt, zodat land, dat eerst boven het zeeniveau lag, wordt overstroomd en vaak met een kleilaag wordt bedekt.

< >