Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Systemisch

betekenis & definitie

(Eng. sytemic) is een term waarmee wordt aangegeven dat het betreffende agens

de gehele plant doortrekt. De term wordt gebruikt zowel voor parasieten en viren als voor bestrijdingsmiddelen. De meeste viren, verschillende brandzwammen, enkele roest- en valse meeldauwzwammen veroorzaken een s. infectie. S. insecticiden en fungiciden worden door de plant opgenomen en vooral via het vaatsysteern naar alle delen getransporteerd en oefenen ook in niet bespoten delen van de plant hun werking uit. In andere gevallen hebben vooral de afbraakproducten, die in de planten gevormd worden, een toxisch effect op de insecten. Laatstgenoemde middelen hebben het voordeel, dat men bij een bespuiting vele roofvijanden en parasieten van de te bestrijden insectensoort spaart.

Het is gebleken, dat opname en transport van s. insecticiden sterk beïnvloed wordt door de groei van de plant. Wanneer een gewas eenmaal volgroeid is (in de zomer) heeft weinig transport plaats en zijn bespuitingen daardoor weinig effectief. Zaden of vruchten, die pas na de bespuiting van het middel op de plant zijn gevormd, kunnen door transport van het middel giftig worden! Bij consumptiegewassen moet men daarmede terdege rekening houden. De thans in de handel zijnde s. insecticiden zijn voorn. werkzaam tegen zuigende insecten, bladluizen, spintmijten en bladvlooien. Vretende insecten, zoals rupsen, bladwesplarven en kevers zijn i.h.a. ongevoelig voor de thans bestaande s. middelen.

Bekende s. insecticiden zijn natriumselenaat (niet toegestaan in Ned.), derneton, schradan, mengsel van isolan, pyrazoxon, dimefox fluorfosfineoxyde, thiometon. In Ned. geschiedt de verkoop van de zeer giftige s. middelen onder toezicht van de P.D. De middelen worden gebruikt tegen zuigende insecten (spint, bladluissoorten, bloedluis enz.). De voornaamste gebruiksgebieden zijn: fruit (gebruik niet later dan 31 Mei toegestaan), boomkwekerij, zaadteelt, sierteeltgewassen, suiker- en voederbieten (ten laatste 8 weken vóór de oogst) en aardbeienteelt (na de laatste pluk).

< >