De s. bestaat uit spiervezels (langgerekte cellen) met daartussen enig bindweefsel en een, gewoonlijk kleine hoeveelheid vet. Men onderscheidt 2 soorten s., nl. gladde of onwillekeurige, die onafhankelijk van de wil functionneren (deze komen o.a. in de darmwand voor) en dwars gestreepte of willekeurige, die in het dagelijks leven vlees worden genoemd (z.
Spierstelsel). Beide groepen hebben gemeen, dat de samenstellende vezels en daardoor de s. als geheel zich kunnen samentrekken en zodoende in staat zijn arbeid te verrichten (spierarbeid).