Het s. is een uit een enkele tak gevormde boom, die in verticale, schuine of horizontale richting wordt geleid en waarbij men de scheuten en takken aan een korte snoei onderwerpt.
Het verticale s. wordt meestal tegen hoge muren geleid, terwijl de schuine ook in het open veld wordt gebezigd tegen een hekwerk van schuin geplaatste palen en draden. Het horizontale s. werd wel aangewend voor afgrenzing van percelen.
de ontwikkeling van het verticale s. is het sterkst, vandaar ook het leiden tegen hoge muren. Zijn de muren te laag dan verdubbelt men het snoer en krijgt men een U-vorm of bij verdere verdubbeling een dubbele U-vorm.
In de laatste tijd is het hier en daar mode geworden om plantages aan te leggen met schuine s. Men kiest daarvoor op-korthout-dragende appels en peren. Deze s., cordons genoemd, geven in de eerste jaren van de ontwikkeling grote oogsten. Men moet afwachten of deze grote oogsten zich in de toekomst zullen handhaven.
Het horizontale s. wordt weinig meer gebezigd, daar het wel in het begin zeer vruchtbaar is, maar spoedig uitput. Men krijgt hierbij een grote ontwikkeling van scheuten op de bocht. Dit heeft sommige kwekers ertoe gebracht, om deze takken te handhaven en eveneens horizontaal te leiden (tafelsysteem). Het is nog te vroeg om een oordeel hierover uit te spreken, maar theoretisch bezien zijn tegen het gebruik allerlei bezwaren te opperen. Dit stemt tot grote voorzichtigheid.